De echo van artikel 7 lid 3 

In de september uitgave van H2O leest u artikelen over nieuwe ontwikkelingen in het zuiveren van water. Drinkwaterbedrijf Oasen omarmt in Nieuw-Lekkerland en Kamerik de toekomst met One Step Reverse Osmose, NX Filtration maakt in de nieuwe membranenfabriek in Hengelo RO-water van precies 20, 55 en 78 graden voor het productieproces, op de rwzi in Weert draait de eerste mobiele versie van de Nereda-techniek en onder de paraplu van het Groeiplan Watertechnologie wordt een full scale test voorbereid met zelfstandig opererende afwaterzuiveringen die worden bestuurd met behulp van artificial intelligence. 

Deze opsomming schetst de stappen die waterzuiveraars zetten om het hoofd te bieden aan een reeks van opgaven en problemen, zoals de almaar vuiler wordende bronnen, watertekort door droogte, groeiende vraag naar drinkwater en steeds strengere waterkwaliteitsnormen. Maar ook spelen kwesties als krapte op de arbeidsmarkt, cybersecurity en duurzame opgaves om emissies (CO2) en energieverbruik te reduceren, grondstoffen terug te winnen en efficiënt te produceren om operationele kosten zo laag mogelijk te houden.

Ga er maar aan staan. Drinkwaterbedrijf Oasen neemt met One Stap Reverse Osmose, algoritmen, digital twins, IoT, AI en augmented reality de vlucht naar voren om onberispelijk drinkwater te kunnen blijven maken. Hoe indrukwekkend ook (en dat is het), deze inzet is tegengesteld aan wat er in de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) is afgesproken. In artikel 7 lid 3 van de richtlijn staat: “De lidstaten dragen zorg voor de nodige bescherming van de aangewezen waterlichamen met de bedoeling de achteruitgang van de kwaliteit daarvan te voorkomen, teneinde het niveau van zuivering dat voor de productie van drinkwater is vereist, te verlagen.”

KRW zegt: zorg dat de bron schoon is, dan kan de inspanning die nodig is om er drinkwater van te maken, verminderen. Neem maatregelen om verontreiniging te voorkomen of te beperken, bescherm de waterlichamen, stel bufferzones in. Kortom: regel het!

De praktijk is dat de bronnen almaar vuiler worden en dat drinkwaterbedrijven zich maximaal moeten inspannen om onberispelijk drinkwater te kunnen blijven maken. In de wereld van de waterschappen is het niet anders. Bij de toelichting op weer een miljoeneninvestering om een rioolwaterzuivering met een extra zuiveringsstap te wapenen tegen de vloed van medicijnresten, microplastics en forever chemicals in het afvalwater, klinkt steevast de bestuurlijke frustratie dat het probleem aan de bron moet worden aangepakt. “Wat er niet in zit, hoeft er ook niet uitgehaald te worden!”

Het is de echo van artikel 7 lid 3. Dat is niet waargemaakt. De milieuactieorganisatie Mobilisation for the Environment (MOB) heeft het artikel er inmiddels bij gepakt om de overheid aan te klagen voor de vervuiling van het drinkwater met per- en polyfluoralkylstoffen (PFAS). In de MOB-brief aan het kabinet staat, zoals u kunt lezen op H2O online: “Hoe meer PFAS er in het oppervlaktewater aanwezig mag zijn, hoe hoger de zuiveringsinspanning van drinkwaterbedrijven, hetgeen strijdig is met de KRW”. 

De brief is de opmaat tot een juridische strijd op basis van artikel 7 lid 3.

Geef een reactie