Terwijl de ene crisis (stikstof) zich voortsleept, dient de volgende zich alweer aan: waterkwaliteit. In de media klinkt aanzwellende ketelmuziek over het naderende echec. Even voor de duidelijkheid: het is géén nieuws. Het failliet van het waterkwaliteitsbeleid wordt in kennerskringen al jaren aangekondigd: in 2027, het examenjaar van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW), gaan we nat.
Aquatisch bioloog Lisette de Senerpont Domis zei in september 2021 tegen H2O: ‘Waterkwaliteit? Ik zie een nieuwe milieucrisis aankomen’. We zijn anderhalf jaar verder. Nu benaderen we haar voor een reactie op de door IenW-minister Mark Harbers aangekondigde impuls om de doelen van de Kaderrichtlijn Water tóch te halen.
We vragen: “Stel, u zit met Harbers aan tafel. Wat gaat u hem adviseren?” Ze antwoordt: Eén: meer gerichte systeemanalyses. Twee: meer inzet op effectmonitoring. Drie: focus leggen op stikstof, fosfaat en gewasbeschermingsmiddelen. Vier: financiële en juridische prikkels.
De Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) stelt in het deze maand gepubliceerde advies ‘Goed water goed geregeld’ dat met de huidige aanpak de KRW-doelen niet worden gehaald. De raad ziet drie factoren als oorzaak: een gebrek aan urgentiebesef, een te grote vrijblijvendheid bij de keuze voor en het gebruik van beschikbare beleidsinstrumenten en een gebrekkige invulling en uitvoering van taken en verantwoordelijkheden.
Tel het allemaal op en het is een dikke, dikke onvoldoende voor het KRW-beleid. Minister Harbers zag die bui kennelijk al hangen, getuige de impulsbrief die hij eind maart naar de Tweede Kamer stuurde. Daarin schrijft hij dat de komende jaren cruciaal zijn en het belangrijk is extra stappen te zetten om de KRW-doelen te halen.
Dat gaat hij doen. Er komt een actieprogramma. Handig van de bewindsman, want nu komt het Rli-advies hem goed van pas: het biedt ‘waardevolle handvatten voor de extra inspanningen’ die hij wil doen om de Europese waterkwaliteitseisen wél te halen.
De vraag is in hoeverre het Rli-advies gaat doorklinken in het impulsprogramma van Harbers. In ‘Goed water goed geregeld’ staat: “Problemen die dringend moeten worden aangepakt betreffen de hydromorfologie (rivierdynamiek, oeverkenmerken en dergelijke), de concentraties van nutriënten en chemische stoffen in het grond- en oppervlaktewater, en het tekort aan water in droge perioden.”
Vooralsnog zet Harbers in op herstel van de beekdalen, extra inspanningen om vervuiling door chemische stoffen aan te pakken, verankering KRW-doelen in regelgeving en periodiek overleg met de sector om de voortgang te bespreken.
Gaat het genoeg zijn? Het impulsprogramma komt eraan, maar de opgave (vermesting, vervuiling, verdroging) is groot. In antwoord op de vraag ‘Denkt u dat ‘2027’ überhaupt nog haalbaar is?’, zegt De Senerpont Domis in deze H2O: “Eerlijk is eerlijk, het is een heel complex probleem.”
U voelt ‘m aankomen: de impuls van Harbers wordt een gevalletje ‘too little, too late’.